#3 - En weer zuidwaarts
Nou, daar zijn we weer.
Inmiddels 5 maanden voorbij, we zijn al bijna op de
helft. Ik durf dat nog niet hardop te zeggen. Wat is het fantastisch hier! We
hebben ons ritme inmiddels wel gevonden, en het voelt alsof we zo voor
onbepaalde tijd kunnen doorgaan. De dagen zijn vrij eerlijk verdeeld in drieen:
wandelen, klimmen en rusten/huishouden.
Wandelen
Voor wie al eerder in Amerika is geweest is het bekend,
en voor de meeste anderen komt het eerder onverwachts: er bestaat geen beter
continent om te wandelen. De natuurlijke rijkdom en afwisseling is subliem,
terwijl het Amerikaanse system van nationale parken onovertroffen is. Jazeker,
Amerika heeft sommige dingen wel goed voor elkaar! (Uiteraard probeert Trump
ook hier aan te sjorren; grote stukken park staan onder druk om voor olie en
mijnbouw opengebroken te worden).
Vanuit Canada namen we de boot naar de regenwouden van
Olympic national park. Ik stond te popelen om hier een mooie tocht doorheen te
maken, dus we stelden ons eigen rondje van 6 dagen samen: door het hart van het
park, met name de zelden belopen Bogachiel vallei. We werden niet
teleurgesteld: 5 beren, 20 slangen, “paden” die tot boven het hoofd met
prikkelbosjes overgroeid waren, en meer mos en varens dan het oog aan kan. Blijkbaar zagen we er aardig afgemat uit, want toen we terug liftten na de tocht werden we zelfs aangezien voor junkies.
Lopen door de sprookjesbossen van Olympic National Park
Zoek de Maartje. Hint: ze loopt midden op het pad
Of dan de grootste bomen op aarde in Redwood national
park. De zeeleeuwen en pelikanen van de Californische kust. De hele rits aan
vrijstaande vulkanen van de westkust: Mt. Raineer, Mt. Hood, Crater Lake National Park. Allemaal verbluffend. Laten we het daar bij houden.
Winterwonderland bij Crater Lake National Park
Klimmen
Het hoofddoel van deze reis blijft natuurlijk klimmen. En
ook dat stelde niet teleur! Omlaag rijdend langs de Cascade mountains hebben we
een aantal van mijn tot dusver favoriete routes beklommen. Voornamelijk
spleten, want wat anders? Zoals ik al eerder benoemde, blijft dat ploeteren tot
je een ons weegt. Maar misschien gaat het inmiddels ietsje beter. Worden
we daadwerkelijk beter in spleetklimmen? Of hebben we ons lot geaccepteerd dat
de niveaus van onbehaakte routes hier nou eenmaal compleet anders zijn dan we
in Europa kennen? Ik denk een beetje van beide. Bijvoorbeeld: In Smith Rock
klom ik blij een 5.11d behaakte route uit (7a). De volgende dag, in hetzelfde
gebied, viel ik uit een onbehaakte 5.10b spleet (6a). Zo gaat dat hier; het
zijn twee verschillende werelden.
Linksboven: Maartje werkt zich door het tweede dak van een 5.9.
Rechtboven: Victor in een van de dunste spleten tot nu toe (5.10d).
Linksonder: haken in Smith Rock.
Rechtsonder: Maartje heeft ontzag voor de 35 meter overhang die ze nu moet gaan klimmen. Ze heeft 10 minuten voordat het gaat onweren.
Rusten/huishouden
Niemand kan het bovenstaande volhouden zonder een gezonde
dosis rustdagen. Ook deze komen en gaan inmiddels routinematig. En wat vliegen
ze ook voorbij! We wassen onszelf en onze kleren nog enkel in rivieren en
meertjes, douches zijn toch te lasting te vinden. Plus, het uitzicht in een
douche is toch minder aansprekend. We knutselen wat aan de bus, die lieflijker
wordt met de dag. We lezen bakken met boeken en spelen soms een
computerspelletje. Omdat het goed gaat met ons budget, konden we het knagende
gevoel niet langer negeren dat we eigenlijk niet bij de Walmart boodschappen
moeten doen. Dus zoeken we zodra het even kan boerenmarkten of cooperatieve
supermarkten (niet altijd makkelijk op reis, dus het lukt niet altijd even
goed). Dat alles kost meer tijd, maar tijd hebben we vooralsnog.
Doorweekt geregend na het onweer. Het houdt je bezig.
Vandaag staan we aan de rand van San Francisco. Ik heb daar
best zin in, maar ga ook weer erg blij zijn als we de bebouwde kom weer ver
achter ons gelaten hebben. Een paar dagen beschaving is meer dan genoeg.
De granieten wanden van Yosemite lonken als volgende bestemming! Sjors komt
over een week hierheen gevlogen om diezelfde wanden te beproeven. Ik ben
benieuwd of we nog met andere mensen kunnen communiceren, of dat we zonder het
te beseffen onze eigen onderlinge taal hebben ontwikkeld. Over een maand moeten
we het land uit; naar Mexico. Hasta la proxima.
Oke, nog eentje dan: ik krijg niet genoeg van deze bossen.
De grootste spar ter wereld: 1000 (+- 300) jaar oud.
Reacties
Een reactie posten